knie

De knie is een belangrijk gewricht voor de ondersteuning van het lichaam tijdens onze activiteiten, zoals lopen of staan. Het gewricht bestaat uit drie botdelen: patella (knieschijf), femur (bovenbeen) en tibia (kuitbeen), twee gewrichten (patellofemoraal, femorotibiaal), gewrichtsbanden (ligamenten) en pezen (van de patella en van de m. quadriceps).

De kniebeweging kan niet vergeleken worden met de zuivere scharnierbeweging zoals die van bijvoorbeeld een deur (over 1 as). De knie beweegt middels een combinatie van rotatie- en glijbewegingen (over meerdere assen). De pathologieën van de knie zijn meestal een gevolg van een trauma (verstuiking of kruisbandletsel) of degeneratie (artrose).

In een onderzoek onder ruim 2100 deelnemers in Nederland geeft 7% aan in de laatste 2 jaar een knieklacht te hebben gehad.

Knieartrose (gonartrose)

Knieartrose is één van de meest voorkomende bewegingsklachten. Jaarlijks worden meer dan 550.000 mensen met deze klacht gezien door de huisarts. Dit is daarmee de meest voorkomende vorm van artrose. Knieartrose is een beschadiging in het kraakbeenweefsel, die veelal onomkeerbaar is. De pijn wordt bij belasting veroorzaakt door bot op bot contact. Dit resulteert in lokale pijn, vaak aan één zijde (unicompartimenteel), tijdens het lopen (bij het neerkomen), het traplopen, het staan of na activiteiten. Daarnaast is gewrichtsstijfheid typerend bij artrose. Beweging, pijnstillers, een corrigerende knieorthese, fysiotherapie en aanbevelingen voor een aangepaste levensstijl worden toegepast om de pijn te verlichten en om de mobiliteit van het gewricht te herstellen. Bij extreme knieartrose wordt een operatie verricht.

Pathologieën als gevolg van trauma

De verstuiking, al dan niet met inscheuring of afscheuring van een kruisband (ligamentum cruciatum) of een zijdelingse knieband (collateraal ligament), komt het meest voor bij knieletsels. De behandeling bestaat veelal uit één of meerdere aspecten: Rusten in verhoogde positie, koude therapie met een coldpack, het aanleggen van een drukverband, pijnstillers, het gebruik van krukken tijdens het lopen/staan en/of fysiotherapie. Afhankelijk van de ernst van de verstuiking, kan een operatie aan de orde zijn. Voor hervatting van (sportieve) activiteiten kan een geweven brace of rigide knieorthese, een brace met harde kappen op het boven en onderbeen, worden ingezet voor extra stabiliteit.

Een tweede veel voorkomende blessure is het uit de kom schieten van de knieschijf; de patella luxatie. Nadat de knieschijf terug is op zijn plek wordt er veelal gerevalideerd met rust, versterkende fysiotherapeutische oefeningen en beperking van de kniebeweging middels een kniebrace. Om eventueel herhaling te voorkomen kan een speciaal ondersteunende kniebrace preventief ingezet worden bij activiteiten.

Klachten rondom de knieschijf

Klachten rondom de knieschijf (patella) komen relatief veel voor. De zogeheten patellofemorale klachten treffen vooral de sporters. Met name uit de sporten: voetbal, handbal, volleybal, korfbal en basketbal. De pijn lokaliseert zich aan de voorzijde van de knie achter de knieschijf tijdens of na een sportieve activiteit, bij een langdurige zithouding of bij het opstaan. De eerste behandeling bestaat uit rust, ontstekingsremmers en pijnstillers. Bij het hervatten van de activiteiten wordt vaak een kniebrace gebruikt, die de knieschijf ondersteund tijdens de beweging. Ook behandelt de fysiotherapeut met versterkende oefeningen van de bovenbeenspieren. 

De springersknie is een patellotendinitis, een overbelasting / ontsteking van de strekpees bij zijn aanhechting aan de tibia. De pijn lokaliseert zich net onder de knieschijf. De springersknie komt ook veel voor bij sporters, maar ook bij jongeren in de groei.

Informatiebronnen:
Onderzoek bewegingsklachten – Thuasne Nederland
Nivel Zorgregistraties eerste lijn